Achteruit inparkeren
Achteruit inparkeren in een parkeervak is een bijzondere verrichting en daarbij moeten we iedereen voor laten gaan. Bij deze oefening gebruiken we geen gaspedaal de snelheid regelen we met een slippende koppeling. Voor de veiligheid houden we onze rechtervoet boven de rem. Bij het zien van naderend verkeer (ook voetgangers) voor, achter of naast de auto zetten we de auto direct stil. de veiligheid staat op nr. 1!
Kan en mag ik in dit vak parkeren?
- Parkeerplaats kiezen aan de rechterkant en kijken voor het stoppen in de volgorde; voor, binnenspiegel, buitenspiegel en over de rechterschouder + richting aangeven naar rechts.
- Stoppen ca. 1 meter van de geparkeerde auto’s, de auto recht en de wielen in de rechtuitstand.
- Kies een vak naast je. Dit wordt je doelvak, rijdt vervolgens 3 vakken verder naar het aanloopvak.
- Kijkgedrag voor het achteruitrijden; voor, binnenspiegel, beide buitenspiegels en over beide schouders.
Achteruit inparkeren instuurmoment
- Achteruit rijden en instuurmomenten; Inschakelen in de achteruitstand en rijd vervolgens stapvoets achteruit. Alles insturen naar rechts (1,5 slag) wanneer de B-stijl van de auto (middenstuk) ongeveer op 1,5 vak voor het doelvak is
- Kijkgedrag voor het insturen; voor, binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en over de linkerschouder. (ivm uitzwaai voorkant van de auto. Mocht er verkeer aankomen dan kan er nu nog worden gestopt.
Terugsturen
- Terugsturen + controleren zij-spiegels; terugsturen naar links (1,5 slag) wanneer de auto bijna recht staat. Neem een punt ver voor je uit voor het vaststellen van het terugstuurmoment. (voorkom droogsturen) Voor het terugsturen kijken in de linker en rechterzij-spiegel, ivm vaststellen afstand tot geparkeerde auto’s.
- Achteruit volledig het vak in rijden. Stoppen wanneer de zij-spiegel ter hoogte van de zij-spiegel geparkeerde auto staat.
Vooruit wegrijden uit een parkeervak
- Kijken naar voren, links en rechts.
- Richting aangeven naar links/rechts
- Insturen wanneer jouw spiegel aan het eind van de geparkeerde auto staat. Nooit direct beginnen te sturen! ivm schade aan de auto.
- Terugsturen wanneer de auto bijna recht is. Op tijd sturen voorkomt slingerend weggedrag
- Kijken na wegrijden; binnenspiegel en beide buitenspiegels. (na- controle)
Voor in vak parkeren aan de linkerzijde
- Kan en mag ik in dit vak parkeren? Let op verkeerstekens, tekens op wegdek en obstakels.(gereserveerde parkeerplaats)
- Spiegelen; Voor, binnenspiegel, rechter buitenspiegel en over rechterschouder. Richting aangeven naar links
- Stoppen aan de rechterzijde van de rijbaan 1 vak voor het doelvak.
- Kijkgedrag voor het wegrijden; voor, binnenspiegel, beide buitenspiegels en over beide schouders. (Controleer of je het overige verkeer voor moet laten gaan)
- Inschakelen in de 1e versnelling.
- Wegrijden met slippende koppeling (stapvoets) (voet bij de rem houden)
- Insturen alles naar links wanneer de linkerspiegel ter hoogte van de 1e lijn van het doelvak staat.
- Terugsturen (1,5 slag) wanneer de auto bijna recht staat.( Wielen weer terug in rechtuitstand. Neem een referentiepunt ver voor je uit ivm terugsturen. Stoppen wanneer de voorkant van de auto aan het einde van het doelvak is. (voet bij de rem houden) (houdt rekening met struiken,geparkeerde auto’s voor je)
Vooruit in vak parkeren aan de rechterzijde
- Kan en mag ik hier parkeren (zoals punt 1 hierboven)
- Spiegelen; voor, binnenspiegel, linkerbuitenspiegel en over de linkerschouder. Richting aangeven naar rechts.
- Stoppen aan de linkerzijde van de rijbaan, 1 vak voor het doelvak. Je creëert nu voldoende ruimte om de draai te kunnen halen.
- Kijkgedrag voor het parkeren. (zoals punt 4 hierboven)
- Inschakelen (zoals punt 5 hierboven)
- Wegrijden (zoals punt 6 hierboven)
- Insturen alles naar rechts wanneer de rechterspiegel ter hoogte van de 1e lijn van het doelvak staat.
- Terugsturen (zoals punt 8 hierboven).
Achteruit wegrijden uit parkeervak
- Kijken; binnenspiegel, naar voren, linkerbuitenspiegel, linker schouder, rechter buitenspiegel en rechterschouder. (Controleer of je het vak uit kunt en of je iemand voor moet laten gaan) (let op in/stappende mensen)
- Inschakelen in de achteruit versnelling
- Achteruit rijden met slippende koppeling
- Insturen naar links of rechts zodra de buitenspiegels aan het einde van de geparkeerde auto’s staan/of het begin van het parkeervak. (zo voorkom je schade ivm uitzwaai neus van de auto)
- Kijken rondom de auto en terug sturen wanneer neus auto richting de gewenste richting kijkt
- Wegrijden en na-controle uitvoeren.