Rechts afslaan auto

Algemeen kijken. Mag/kan ik wel naar rechts afslaan?

1. Spiegelen voor het richting aangeven; binnenspiegel, naar voren, rechterbuitenspiegel en over de rechterschouder. (kan ik rechts afslaan zonder gevaar of hinder voor het overige verkeer te veroorzaken?)
2. Richting aangeven naar rechts. (tijdig aangeven aan ander verkeer dat je naar rechts wil.)

Voorsorteren

3a. Voorsorteren mag. Het is geen verplichting.

3b. Als je voorsorteert, geef je het verkeer achter je de gelegenheid om je wat makkelijker in te halen: je sluit tevens de mogelijkheid voor fietsers en snorfietsers om je rechts in te halen uit.

3c Als je voorsorteert, houd dan het volgende in de gaten:

• Zoveel mogelijk naar rechts voorsorteren.
• Voorsorteren op de fietsstrook met onderbroken streep. (fietsers niet hinderen)
• Voorsorteren tegen de fietsstrook met doorgetrokken streep. (om de fietsers niet te hinderen)
• In voorsorteervakken. (Tijdig je voorsorteervak kiezen. Niet op het laatste moment)

Snelheid rechts afslaan

4. Snelheid verminderen. Kijken binnenspiegel en buitenspiegels,remmen, terugschakelen naar de tweede versnelling. ( De tweede versnelling is de ideale versnelling voor het nemen van de bochten, je voorkomt nu dat je de bocht te hard neemt en daardoor gevaar of hinder op het kruispunt veroorzaakt.)

Kijken rechts afslaan

5. Kijken. In ieder geval: naar voren, naar links, naar voren, en naar rechts. Rechts de weg in;

• Moet ik voorrang verlenen?
• Verleent men mij voorrang?
• Staan er obstakels op de weg die ik insla (anders sta je op het kruispunt stil)?

6. Dode hoek. Rechterbuitenspiegel en over de rechterschouder;

• Controleer of je het rechtdoorgaande verkeer voor moet laten gaan (art.18 RVV).
• Kijk ook naar een eventueel fietspad dat niet direct tegen de rijbaan ligt.
• Kijk goed de weg in die je inrijdt i.v.m. inhaalmanoeuvre van tegemoet komend verkeer.

7. Insturen. Naar rechts. Als de voorzijde van de auto gelijk is met het kruisvlak.

8. Iets gas geven. Met rechtervoet, geleidelijk. Je gaat dan met een trekkende motor door de bocht.

9. Terugsturen. Naar links, vlot tot de wielen recht zijn. (Zorg ervoor, dat je op tijd terugstuurt, anders vertoon je een zeer slingerend weggedrag.)

10. Nacontrole. Binnenspiegel en buitenspiegels. (Je bent een nieuwe weg ingeslagen dus controleer voor en achter je.)

11. Snelheid aanpassen. (Aan overig verkeer.)

Belangrijk:

Bij het afslaan, zowel naar rechts als naar links, staat het voor laten gaan het doorgaande verkeer op dezelfde weg voorop. Blijf dit dan ook voortdurend en bewust controleren.

Bij rechts afslaan via voorsorteervak met pijl rechtsaf, houd rekening met fietsers en bromfietsers die in dit vak rechtdoor dan wel linksaf kunnen gaan.