06 533 44 126

Keren dmv een halve draai

Omkeren dmv een halve draai is een bijzondere verrichting en daarbij moeten we iedereen voor laten gaan. Bij deze oefening gebruiken we geen gaspedaal de snelheid regelen we met een slippende koppeling. Voor de veiligheid houden we onze rechtervoet boven de rem. Bij het zien van naderend verkeer (ook voetgangers) voor, achter of naast de auto zetten we de auto direct stil. de veiligheid staat op nr. 1!

  1. Kan en mag ik hier keren? kijken naar bijv. verkeersborden of tekens op het wegdek. Naar de breedte van de rijbaan en eventuele obstakels op en langs de rijbaan. (+- 11 meter breedte nodig)
  2. Plek kiezen aan de rechterkant en kijken voor het stoppen in de volgorde; voor, binnenspiegel, buitenspiegel en over de rechterschouder
  3. Stoppen op +- 15 cm van de rechter trottoirrand. Zo gebruik je de maximale rijbaanbreedte. (gebruik maken van parkeerplaatsen ook toegestaan)
  4. Inschakelen in de 1e versnelling ter voorbereiding op het wegrijden.
  5. Kijkgedrag voor het keren; voor, binnenspiegel, beide buitenspiegels en over beide schouders.
  6. Met slippende koppeling een aantal meter naar voren rijden,
  7. Insturen alles naar links (1,5 slag). Het voertuig moet in een draai gekeerd worden (nooit droog sturen).
  8. Terugsturen vlot naar rechts (1,5 slag), wanneer de draai bijna voltooid is. (bijna in rechtuitstand)
  9. Kijkgedrag na het wegrijden; binnenspiegel en beide buiten spiegels. (na- controle)

 

Keren dmv steken

Omkeren is een bijzondere verrichting en daarbij moeten we iedereen voor laten gaan. Bij deze oefening gebruiken we geen gaspedaal de snelheid regelen we met een slippende koppeling. Voor de veiligheid houden we onze rechtervoet boven de rem. Bij het zien van naderend verkeer (ook voetgangers) voor, achter of naast de auto zetten we de auto direct stil. de veiligheid staat op nr. 1!

  1. Kan en mag ik hier keren? kijken naar verkeerstekens op of naast de rijbaan. Kijken naar de breedte van de rijbaan. (+- 1.5 maal de lengte van de auto) In ieder geval afstand houden van lantaarnpalen, bomen en hoge stoepranden. (ivm schade aan de auto)
  2. Kijkgedrag en plek kiezen. (zoals punt 2 hierboven)
  3. Stoppen aan de rechterzijde. (zoals punt 3 hierboven)
  4. Inschakelen in de 1e versnelling (zoals punt 4 hierboven)
  5. Kijkgedrag voor het keren. (zoals punt 5 hierboven)
  6. Instuurmoment

  7. Snelheid en stuurmomenten; met slippende koppeling wegrijden. Zodra de auto rolt dan pas alles insturen (1,5 slag). (nooit droogsturen) Snelheid zo laag mogelijk houden. (stapvoets)
  8. Terugstuurmoment

  9. Terugsturen (1,5 slag) wanneer de wielen bijna bij de trottoirrand zijn (0,5 meter) De autoband mag zeer geleidelijk tegen de trottoirrand aankomen. Dit ter voorbereiding op het achteruit rijden. Voordeel is dat je nu nog minder ruimte nodig hebt om te keren.
  10. Achteruit rijden, snelheid en stuurmomenten; Inschakelen in ze achteruit, stapvoets achteruit rijden en alles insturen naar rechts. Terugsturen (1,5 slag) wanneer de achterwielen bijna bij de trottoirrand zijn. (0,5 meter) De achterbanden mogen zeer geleidelijk tegen het trottoirrand aankomen. Dit ter voorbereiding op het sturen en vooruit rijden. Voordeel is dat je nu minder ruimte nodig hebt om weg te rijden.
  11. Inschakelen en wegrijden; terugschakelen naar de 1e versnelling. Stapvoets vooruit rijden en vlot alles insturen naar links. En de weg vervolgen.
  12. Kijkgedrag tijdens het omkeren; links en rechts de rijbaan in. Ook naar voren en in de binnenspiegel.
  13. Kijkgedrag na het wegrijden. (zoals punt 9 halve draai)