06 533 44 126

Rijbewijs theorie examen

Het Cbr theorie examen voor je rijbewijs B bestaat uit 45 inzicht vragen en 25 vragen over gevarenherkenning. Op verschillende manieren kun je je theorie leren. Dit kan op de klassieke manier dat wil zeggen uit het boek, in combinatie met schriftelijke oefenvragen of theorie oefenvragen online.

Tegenwoordig zie je steeds meer mensen online theorie studeren. Dit kan door middel van een digitaal theorieboek inclusief x aantal theorie cbr oefenvragen. Er worden ook veel gratis examen theorie oefenvragen online aangeboden, uit ervaring blijkt dat deze vragen vaak verouderd zijn en geen goede voorbereiding geven voor het echte Cbr examen. De beste optie is om Cbr theorie oefenvragen aan te schaffen dit kan middels een cd-rom of online oefenpakket.

Uit onderzoek is gebleken dat een goede studie van je auto theorie als gevolg heeft dat je minder rijlessen nodig hebt, en een hoger slaagkans hebt op je rijexamen Cbr. Zo kun je je rijbewijs halen voor minder geld.

 

Theorie tips

Hieronder staan een aantal begrippen die je dient te kennen om de verkeersregels te begrijpen en toe te kunnen passen.

  • autosnelweg: weg, aangeduid door bord G1 langs autosnelwegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autosnelweg uit;
  • autoweg: weg, aangeduid door bord G3 vanbijlage I; langs autowegen gelegen parkeerplaatsen, tankstations en bushalteplaatsen maken geen deel van de autoweg uit;
  • bestemmingsverkeer: bestuurders wier reisdoel één of meer bepaalde percelen betreft die zijn gelegen aan of in de directe nabijheid van een weg met een door verkeerstekens aangegeven geslotenverklaring voor bepaalde categorieën bestuurders en die slechts via deze weg zijn te bereiken alsmede bestuurders van lijnbussen
  • bestuurders: alle weggebruikers behalve voetgangers;
  • brombakfiets: bromfiets op drie symmetrisch geplaatste wielen, met twee voorwielen en uitsluitend ingericht voor het vervoer van de bestuurder en van goederen en eventueel van een achter de bestuurder gezeten passagier;
  • brommobiel: bromfiets op meer dan twee wielen, die is voorzien van een carrosserie;
  • busbaan: rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht
  • busstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord «BUS» of «LIJNBUS» is aangebracht;
  • doorgaande rijbaan: rijbaan zonder de invoeg- en uitrijstroken;
  • fietsstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop afbeeldingen van een fiets zijn aangebracht;
  • geslotenverklaring: verbod de betrokken weg in te rijden of in te gaan alsmede de betrokken weg te gebruiken;
  • geslotenverklaring: verbod de betrokken weg in te rijden of in te gaan alsmede de betrokken weg te gebruiken;
  • gehandicaptenvoertuig: voertuig dat is ingericht voor het vervoer van een gehandicapte, niet breder is dan 1,10 meter en niet is uitgerust met een motor, dan wel is uitgerust met een motor waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45 km per uur bedraagt, en geen bromfiets is
  • invoegstrook: door een blokmarkering van de doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan oprijden;
  • kruispunt: kruising of splitsing van wegen;
  • lijnbus: motorvoertuig, gebezigd voor het verrichten van openbaar vervoer in de zin van deWet personenvervoer 2000;
  • parkeerhaven of parkeerstrook: langs de rijbaan gelegen verharding die is bestemd voor stilstaande of geparkeerde voertuigen;
  • parkeren: het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;
  • puntstuk: meerhoekig vlak op het wegdek, opgenomen bij splitsingen of samenvoegingen van wegen, rijstroken of rijbanen;
  • rijbaan: elk voor rijdende voertuigen bestemd weggedeelte met uitzondering van de fietspaden en de fiets/bromfietspaden;
  • rijstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan van zodanige breedte dat bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen daarvan gebruik kunnen maken;
  • uitrijstrook: door een blokmarkering van de doorgaande rijbaan afgescheiden weggedeelte dat is bestemd voor bestuurders die de doorgaande rijbaan verlaten;
  • verkeer: alle weggebruikers;
  • weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een gehandicaptenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of onbespannen wagen

Hierna  volgen enkele tips voor de inzicht vragen

  • inhalen doen we via links
  • bestuurders zijn verplicht zoveel mogelijk rechts te rijden
  • Fietsers mogen met zijn tweeën naast elkaar rijden. Dit geldt niet voor snorfietsers.
  • Bestuurders van een gehandicaptenvoertuig gebruiken het trottoir, het voetpad, het fietspad, het fiets/bromfietspad of de rijbaan.

Op kruispunten verlenen bestuurders voorrang aan voor hen van rechts komende bestuurders. Op deze regel gelden de volgende uitzonderingen:

  • bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg;
  • bestuurders verlenen voorrang aan bestuurders van een tram.
  • Het is verboden in een parkeerschijf-zone te parkeren, behalve op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep.
  • binnen de bebouwde kom moet je 200 m van tevoren richting aangeven
  • Voor het uitvoegen op autowegen of autosnelwegen geven we 300 meter van tevoren richting aan.
  • op een autosnelweg moet je 600 meter van te voren voorsorteren voordat je daadwerkelijk uitvoegt.
  • Tijdens het uitvoegen op de uitrijstrook dien je je richtingaanwijzer aan te laten. Wanneer de uitrijstrook zich afscheid van de doorgaande weg mag de richtingaanwijzer uit.
  • De juiste bandenspanning zorgt voor een laag brandstofverbruik en minder uitstoot van schadelijke stoffen.
  • Het rijden met ramen op zorgt voor een toename van het brandstofverbruik.
  • Het in/uitstappen is een bijzondere verrichting hierbij dien je het overige verkeer voor te laten.
  • Bij een parkeerverbod mag je iemand in of uit laten stappen.
  • Bij een bushalte mag je iemand in of uit laten stappen.